Voeding en darmflora

Ontsteking en artrose

In maart 2014 publiceerden we een nieuwsbrief ontsteking en artrose. In deze nieuwsbrief vertelden we dat er in de wetenschap steeds meer aandacht is voor ontsteking als het mechanisme dat artrose in stand houdt.
Lange tijd werd er, in ieder geval voor leken, de tweedeling gemaakt dat reuma veroorzaakt wordt door ontsteking, en artrose door slijtage.
Dat is ook waar; vaak is overbelasting of een blessure de eerste oorzaak van artrose. Maar het lichaam reageert op kwetsuren met ontstekingsreacties in een poging de schade te repareren. Als dat niet lukt, kan de ontsteking chronisch worden met op den duur artrose tot gevolg.

Artrose en voeding

Zowel in de medische wetenschap als in de samenleving in het algemeen groeit de laatste jaren de belangstelling voor de rol van voeding bij het zo lang mogelijk behouden van de gezondheid, en in het bestrijden van aandoeningen waar mensen al aan lijden. Er wordt veel nadruk gelegd op het belang voor de gezondheid van een gevarieerd dieet met veel groente en fruit. In onze hierboven algenoemde nieuwsbrief gingen we dan ook in op groenten waarvan aangenomen wordt dat ze een ontstekingsremmende werking hebben.
Dit zijn donkergroene bladgroenten omdat ze veel vitamine K bevatten, en kruisbloemige groenten omdat ze veel sulfurofaan bevatten.

Wat is darmflora?

Darmflora is de niet helemaal correcte naam die wordt gegeven aan de micro-organismen of microben die in onze darmen wonen. De naam is niet helemaal correct, omdat met het woord ‘flora’ Voeding en darmflora over het algemeen planten aangeduid worden, terwijl deze microben voornamelijk bacteriën, virussen en schimmels zijn.
Het grootste gedeelte van de microben bestaat zelfs uit virussen, en die worden technisch gezien niet eens als levende wezens beschouwd, al vallen ze wel onder de microbiologie.
Daar komt bij dat deze microben niet alleen in ons maag-darmstelsel voorkomen, maar overal waar ons lichaam in contact komt met de buitenwereld, dus op de huid, in de mond, in de neus, in de longen en in het urinogenitaal stelsel. Dat laatste stelsel omvat de nieren, de blaas, de urineleiders en de geslachtsorganen.
En er wonen niet zomaar een paar microben in en op ons lichaam. Slechts 25 procent van de cellen in het menselijk lichaam zijn menselijke cellen. De andere 75 procent van de cellen zijn microben.
In het Engels wordt tegenwoordig voor het geheel aan microben in en op het menselijk lichaam de naam microbiome gebruikt. Ook in het Nederlands komt de term ‘microbioom’ steeds vaker voor.
Toen de wetenschap eenmaal het DNA van de mens (het menselijk genoom) in kaart had gebracht, volgde de ontdekking dat men nog lang niet klaar was. Want 99 procent van het DNA in het menselijk lichaam is helemaal niet menselijk. 
Het microbioom bevat zo’n twee miljoen genen, tegenover de 20.000 menselijke genen. Toch weegt het microbioom slechts iets meer dan een kilo.

 

 

 

Wat zijn bacteriën, virussen en schimmels?

  • Bacteriën zijn eencellige micro-organismen zonder celkern die vaak in kolonies leven.
  • Virussen bestaan uit erfelijk materiaal in omhulsels die zich kunnen voortplanten door gebruik te maken van het reproductieapparaat van levende organismen.
  • Tot de schimmels of fungi behoren zowel paddenstoelen (die uiteraard niet in ons lichaam zitten) als eencellige organismen zoals gisten.

 

Wat is DNA?

DNA is de (Engelse) afkorting van desoxyribonucleïnezuur, wat in het Engels ‘deoxyribonucleic acid’ is. De chromosomen zijn opgebouwd uit DNAmoleculen.
Iedere menselijk cel heeft 23 paren chromosomen, behalve de eicellen en de zaadcellen die 23 enkele chromosomen hebben. Die 23 enkele chromosomen smelten bij de bevruchting samen tot 23 chromosomenparen. Op ieder chromosoom bevindt zich een groot aantal genen dat wij hebben meegekregen van één van onze ouders. De ene helft van een chromosomenpaar komt immers van onze moeder, de andere helft van onze vader.
Maar alle andere organismen hebben ook genen, en die zijn ook opgebouwd uit DNA-moleculen, dus ook de genen van de microben in ons lichaam. Daarom bergen we veel meer genen in ons lichaam dan alleen onze eigen menselijke genen.

 

 

 


Hoe komt een mens aan zijn microbioom?

Bij de geboorte krijgt een baby microben van zijn moeder mee terwijl hij door het geboortekanaal wordt geduwd. Om dit te imiteren wordt de laatste tijd een baby die met de keizersnee geboren is, wel ingesmeerd met vaginaal vocht van de moeder.
In het redactioneel commentaar van het British Medical Journal van 23 februari 2016 wordt gewaarschuwd tegen deze nieuwe gewoonte, omdat een baby bij de geboorte ook allerlei vervelende infecties van zijn moeder kan meekrijgen, zoals geslachtsziektes (die bij pasgeborenen tot oogziektes kunnen leiden) en hepatitis B. Sinds 2011 worden overigens alle baby’s in Nederland uit voorzorg tegen hepatitis B ingeënt.
Gelukkig zijn er nog veel meer manieren waarop het microbioom wordt opgebouwd. Zuigelingen krijgen hun moeders microben binnen met de borstvoeding, en door de aanraking van hun ouders, broers en zussen en alle andere mensen die ze tegenkomen.
Als het kindje eenmaal mobiel is en op onderzoek uitgaat, komt het nog veel meer microben tegen in zijn omgeving. Ook wanneer het kind steeds meer verschillende voedingsstoffen gaat eten, doet het nieuwe microben op. Niet al die microben zullen overleven in en op het menselijk lichaam. Tijdens de eerste twee levensjaren vindt een voortdurend proces van selectie plaats. Het lichaam creëert de juiste omgeving voor nuttige microben, en de microben zoeken een plek waar zij kunnen gedijen.
Maar er kunnen natuurlijk ook allerlei gevaarlijke microben ons lichaam binnendringen die chronische en zelfs acuut dodelijke ziektes, zoals cholera, kunnen veroorzaken.

Hoeveel soorten microben bevat het microbioom?

Tot voor kort dacht men dat er minstens een miljoen soorten bacteriën op aarde waren, waarvan slechts een duizendtal bij mensen werd aangetroffen. De schimmels en virussen zijn nog minder goed onderzocht.
De reden waarom men dat dacht, is dat de onderzoeksmethoden niet toereikend waren.
Vroeger kon men alleen de bacteriën onderzoeken die in het laboratorium wilden groeien, de andere zag men dus niet. In december 2015 is er in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Biotechnology een artikel
verschenen van de hand van een aantal computerwetenschappers en genetici aan de universiteit van Stanford in de Verenigde Staten.
Samen hebben ze een nieuwe methode ontwikkeld om het DNA van darmbacteriën in kaart te brengen, en die blijken genetisch veel diverser te zijn dan men altijd gedacht had. En niet alleen in de mens, maar overal om ons heen blijkt de biodiversiteit aan microben veel en veel groter te zijn dan verwacht. De onderzoekers hopen dat deze nieuwe methode de weg zal openen om de evolutie van gevaarlijke bacteriën en virussen, zoals ebola, beter te kunnen bestuderen, en om beter in kaart te kunnen brengen wat een gezond microbioom is.

Wat doet het microbioom?

Het onderzoek naar het microbioom is nog heel jong, dus er is nog maar heel weinig over bekend.
De bacteriën in het darmstelsel zijn het onderdeel van het microbioom dat nog het best bestudeerd is. We weten dat ze een belangrijke rol spelen in de stofwisseling. 
Het menselijk genoom heeft bijvoorbeeld minder dan twintig enzymen tot zijn beschikking die koolhydraten afbreken; en we eten heel veel verschillende soorten koolhydraten, die allemaal verteerd moeten worden. Gelukkig hebben we allerlei bacteriën in onze darmen die over veel meer enzymen beschikken, en de vertering voor hun rekening nemen.
Het blijkt ook dat bepaalde eetgewoontes na verloop van tijd leiden tot darmbacteriën die gespecialiseerd zijn in de vertering van een bepaald soort voedsel. Zo kan bijna iedere volwassen Nederlander melk  verteren (zuigelingen kunnen het natuurlijk allemaal).
In landen waar melk niet van oudsher op het menu staat, hebben de darmen van volwassenen moeite met melk. Ze krijgen last van een opgeblazen gevoel en winderigheid. Maar de darmbacteriën van Japanners kunnen bijvoorbeeld weer heel goed overweg met zeewier. Buiten Japan komt dit zelden voor

Wat is de stofwisseling?

Stofwisseling of metabolisme is het geheel aan biochemische processen waardoor voedingsstoffen in het lichaam worden afgebroken zodat ze bruikbaar zijn om de cellen van het lichaam op te bouwen en te  onderhouden. Ook die opbouw en dat onderhoud maakt deel uit van het stofwisselingsproces.

 

Als microben zo goed voor ons zijn, waarom wassen we dan onze handen en poetsen we onze tanden?

Omdat er ook ziekteverwekkers kunnen zitten onder de microben die we dagelijks tegenkomen.
Het is dus goed om uw handen regelmatig met water en zeep te wassen, bijvoorbeeld na wcbezoek of nadat u rauw vlees hebt aangeraakt, maar het gebruik van antibacteriële zeep is niet nodig.
Ook het regelmatig poetsen van de tanden en het gebruik van flos, ragers of tandenstokers is noodzakelijk om de bacteriën te verwijderen die voor tandbederf kunnen zorgen.
Waar u wel mee uit moet kijken, zijn antibiotica. Antibiotica zijn natuurlijk wondermiddelen die sinds Alexander Fleming in 1928 penicilline ontdekte, het leven van miljoenen mensen gered hebben. Maar antibiotica maken geen onderscheid; ze doden niet alleen de gevaarlijke bacteriën, ook met de goede maken ze korte metten. Maar dat is het waard, want doorleven met een tijdelijk wat aangeslagen microbioom is natuurlijk te prefereren boven doodgaan aan tuberculose of een zware longontsteking. Dus maak keurig uw antibiotica-kuur af, als de dokter u die voorschrijft, maar vraag niet om antibiotica bij wissewasjes. Het beschadigt uw microbioom, en daar komt bij dat hoe vaker antibiotica gebruikt worden, des te sneller schadelijke bacteriën resistent worden voor die middelen.

Heeft iedereen hetzelfde microbioom?

Nee, iedereen heeft weer een andere verzameling bacteriën, maar ze verrichten wel in grote lijnen hetzelfde werk.
Het Amerikaanse Human Microbiome Project (HMP) heeft bij 242 gezonde mensen de microbiomen onderzocht op vijftien (bij mannen) tot achttien (bij vrouwen) plaatsen in en op het lichaam. Het bleek dat de microbiomen van mens tot mens verschillen, maar dat ze per individu redelijk stabiel blijven. De microbiomen van de verschillende plekken lijken ook op elkaar. Dat wil zeggen dat het microbioom op uw huid meer lijkt op het microbioom op iemand anders huid dan op het microbioom in uw eigen darmen.
De bedoeling van dit onderzoek was om eerst vast te stellen hoe een ‘normaal’ microbioom eruit ziet, om daarna te gaan kijken of een bepaald microbioom samenhangt met een bepaalde ziekte of een groter risico om die ziekte te krijgen.
Dit staat allemaal nog zeer in de kinderschoenen, maar er komen steeds meer onderzoeken naar wat de microben die geïdentificeerd zijn, nu eigenlijk doen. Zo zijn er aanwijzingen uit onderzoeken met muizen dat het feit dat sommige mensen heel snel aankomen en dat andere mensen altijd slank blijven, hoeveel ze ook eten, best wel eens te maken zou kunnen hebben met hun microbiomen.
Er wordt ook onderzoek gedaan naar de relatie tussen ontstekingsziekten en het microbioom in de darmen. Wanneer we met de zoekrobot PubMed op zoek gaan naar de combinatie ‘microbioom artrose’, vinden we een tiental recente wetenschappelijke artikelen.
Er wordt dus al gezocht naar verbanden tussen het microbioom en artrose, en naar een mogelijke geneeswijze. Zoals gezegd, het is allemaal nog heel vers, maar wie weet is artrose in de toekomst te genezen met op het individuele microbioom toegesneden medicijnen, of zelfs met een voor het individuele microbioom samengesteld dieet.
Of misschien wordt het mogelijk om heilzame microben aan uw microbioom toe te voegen.

Wat kunnen we nu al doen voor ons microbioom?

Dan komen we weer terug bij het begin van ons verhaal. Voedingsvezels en onverteerbare koolhydraten zijn goed voedsel voor uw darmbacteriën. Ze worden wel prebiotica genoemd, en ze zitten in groente, fruit en granen.
Dat we veel groente, fruit en volkorenproducten moeten eten, is een gezondheidsadvies dat we natuurlijk al jaren horen, maar het belang ervan wordt steeds weer opnieuw bevestigd.
Het eten van microben kan het microbioom ook veranderen. Gefermenteerd voedsel, zoals yoghurt, kaas en zuurkool, bevat dezelfde soort microben ie zich ook in het maag-darmkanaal bevinden.
Er zijn ook supplementen en yoghurtdrankjes in de handel die microben bevatten. Deze worden probiotica genoemd. Ze kunnen best goed zijn voor de gezondheid, maar enige voorzichtigheid is toch geboden.
Probiotica worden soms in de markt gezet als een middel tegen alle kwalen, alsof iedere microbe goed is voor ieder aandoening. Dat werkt natuurlijk niet zo, want er is nog veel onderzoek nodig voor we weten wat we moeten eten om artrose te voorkomen en te genezen. En dat geldt natuurlijk voor alle aandoeningen waar de mensheid onder gebukt gaat.
Bovendien is de ideale voeding waarschijnlijk voor niemand exact hetzelfde. Maar wie weet maken we het nog mee dat we met de juiste voeding onze artrose onder controle kunnen houden.